Estimated reading time: 4 minuten
Deze blog is gebaseerd op een waargebeurde gebeurtenis. Namen en plaatsen zijn omwille van privacy gefingeerd.
Hoe vaak denk je over het Romeinse Rijk? Sinds een ontmoeting in de tram kreeg ik de Romeinen niet meer uit mijn hoofd. En dat lag niet alleen aan de interessante historie, maar vooral aan Jean.
Op een dag kwam ik van een verjaardag in de hoofdstad en nam de tram terug naar huis. Als een van de weinige alleenstaanden in een gezelschap van gesettelde vrienden voelde ik mij anders. En omdat ik makkelijker schrijf dan spreek, kreeg niemand in dat gezelschap echt hoogte van mijn gevoelens.
Triomftocht
In de tram was het tamelijk rustig. Het was al laat op de avond en ik ging tegenover een man van mijn leeftijd zitten met een platte pet. Hij sprak met een ander manspersoon naast hem, klaarblijkelijk een vriend. “Julius Caesar droeg, toen hij ouder werd, altijd een lauwerkrans om zijn kaalheid te verhullen.” Zijn heldere, warme stem trok mijn aandacht. Nu viel mij zijn zongebruinde gezicht op. Met handgebaren zwenkte hij het verhaal verder aan. “Veldheren mochten een lauwerkrans alleen dragen tijdens triomftochten, maar Julius Caesar had privileges.” Ik glimlachte en zag hoe hij met lichtblauwe kijkers vanonder zijn dikke zwarte wenkbrauwen schielijk naar mij keek. Ik schrok en werd in mijn hart getroffen door zijn aanblik. Mijn armen sloeg ik kruislings voor mijn borst. Ik keek naar de nietszeggende verlichtte winkelpanden om mijn nervositeit te bedwingen. Hij mocht zo nog uren doorpraten. Die man leek regelrecht uit het Romeinse Rijk te zijn gestapt.
Goden zijn overal
Hij sprak: “Alle huizen hadden een heilige beschermer. Ja, de Romeinen zagen overal een God in. Daar moesten offers voor worden gebracht, anders liepen zij ze het risico om gestraft te worden met onheil.
Nieuwsgierig keek ik weer naar het duo tegenover mij. Toen werd de uitstaphalte omgeroepen. De zenuwen kriebelden nog als kleine kruipbeestjes in mijn lijf en zonder blikken of blozen stapte ik uit de tram. Op weg naar huis, krulden spontaan mijn mondhoeken op. De kwaliteit van Venus was in mij tot leven gewekt. Continu dacht ik over die boeiende man in de tram. Had ik niet op een andere manier afscheid van hem kunnen nemen?
Antiekmarkt
De volgende zonnige lentedag ging ik naar een antiekmarkt in het centrum. Een kraampje met een weegschaal en armen van ongelijke lengte trok mijn aandacht. Op het kraampje stond ook een marmeren beeld van een kop van een Romeins figuur en er lagen een set vergulde lijsten met bustes, Romeinse munten en dergelijke antieke spullen uit die tijd.
Toen merkte ik op dat er iemand naast mij stond en ik keek opzij. Het was die man in de tram van gisteren. Mijn hart klopte in mijn keel. Had hij mij herkend? Ik trok de stoute schoenen aan. Het was nu of nooit. “Hoi. Ik heb je gisteren gezien in de tram”, sprak ik zacht maar kordaat.
Even keek hij mij bedenkelijk aan en knikte: “Ja, dat klopt.” Daarop sloeg hij zijn ogen neer en ik wist even niet meer wat te doen. Desondanks kon ik het mijzelf niet vergeven dat ik straks naar huis zou gaan met slechts een mond vol tanden. Dus hield ik hem aan de praat. “Kom je hier vaker?”
“Ja, ik woon niet zo ver hiervandaan”, zei hij en stelde zichzelf voor als Jean. Niet snel daarna dronken wij een kop koffie in een lokale Espressobar. Sindsdien liep ik regelmatig met hem naar huis en zo bloeide de relatie langzaam op.
Introvert
Ik dacht altijd dat ik behoorde tot de meest introverte personen op aarde, maar toen Jean en ik elkaar beter leerden kennen, bleek dat mijn geliefde mij daarin overtrof. Hij had mij in de tram wel aan willen spreken, maar durfde niet. Na de tramrit dacht hij steeds aan mij.
Onze relatie duurde slechts een jaar. Ondanks onze overeenkomsten in karakter, bleken bepaalde verschillen niet overbrugbaar. Hij vond het niet prettig dat ik outgoing was en bleef liever thuis met een goed boek, film en gezelschap van mij. Wij zijn nog steeds bevriend. Mijn ex-partner is inmiddels professor in de Romeinse geschiedenis.